dinsdag 17 juni 2014

De zin van geven

KLEIN, S., De zin van geven. De kracht van ons onzelfzuchtige brein. (Vert. Der Sinn des Gebens, 2010) A’dam, Ambo, 2011, 316 pp. – ISBN 978 90 263 2362 1

In de afgelopen tien jaar is het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet fors gestegen. Na een ramp komt er vaak een golf van solidariteit op gang tussen mensen die anders niets met elkaar te maken hebben. En onderzoek toont bovendien aan dat mensen die zich inzetten voor anderen over het algemeen tevredener zijn, succesvoller en zelfs gezonder dan diegenen die slechts aan zichzelf denken.

Op het eerste zicht lijkt dat contradictorisch. Want wie iets weggeeft heeft het zelf niet meer en wie het voor zichzelf houdt is in het voordeel. Als delen iemand gelukkiger maakt, hoe valt dit te rijmen met de grondgedachte van de evolutietheorie dat ieder levend wezen in de eerste plaats gericht is op overleven? Waardoor laten mensen zich leiden als ze anderen helpen en delen? In De zin van geven gaat wetenschapsjournalist Stefan Klein op zoek naar antwoorden.

In de eerste plaats onderzoekt hij hoe het mogelijk was dat altruïsme de strijd om het bestaan kon overleven en zich kon verspreiden in de menselijke populatie. Door klimaatveranderingen en –rampen kroop de mensheid verschillende keren door het oog van een naald. Alleen die gemeenschappen konden overleven waarvan de leden voor elkaar opkwamen. De mensensoort die overbleef was deze die het beste met delen overweg kon.

Op de korte termijn zijn egoïsten beter af, maar op de langere termijn leveren karaktertrekken als welwillendheid, zachtmoedigheid en hulpvaardigheid een voordeel op in de evolutionaire concurrentiestrijd. Solidariteit loont bovendien op meer terreinen. Wanneer we vertrouwen schenken aan anderen, ons in hen inleven of aan hen binden komen stoffen vrij in de hersenen die ons een goed gevoel geven. Wellicht hebben we baat bij delen en geven omdat we ons daardoor prettiger gaan voelen.

Het vermogen om samen te werken en te delen vormt de basis van menselijke gemeenschappen. Solidariteit en samenhorigheid worden onderhouden door algemeen aanvaarde normen, een moraal en morele gevoelens zoals het rechtvaardigheidsgevoel. Mensen geven immers niet willekeurig, ze willen dat profiteurs gestraft worden. En ze vertrouwen ook niet iedereen. De keerzijde van samenhorigheid is de solidaire strijd tegen een andere groep. In het uiterste geval mondt deze uit in oorlog en rassenhaat.

De toekomst van de mensheid zal afhangen van de mate waarin we de positieve aspecten van het altruïsme in praktijk kunnen brengen zonder de negatieve kanten. De andere groep wordt steeds minder ‘anders’ en in het licht van de klimaatverandering vallen de belangen van de verschillende mensengroepen steeds meer samen. Er moet intensief gezocht worden naar manieren om vorm te geven aan een wereldgemeenschap met een economie die de welvaart van allen nastreeft.

In dit boeiende boek ontwart Stefan Klein het kluwen van strijdige opvattingen over de herkomst van altruïsme bij mensen. Hij maakt inzichtelijk hoe de evolutie het mogelijk maakte dat mensen elkaar helpen en met elkaar delen en verheldert hoe samenwerking en solidariteit in menselijke gemeenschappen konden groeien en bloeien. En dat doet hij op toegankelijke en onderhoudende wijze.

© Minervaria

Addendum: The First (and Most Important) Rule of Success

1 opmerking:

hilde dekeyser zei

Deze bespreking spreekt mij meer aan dan jouw volgende over hoe mensen mekaar al eeuwenlang uitmoorden! Zelf doe ik liever aan geven en iets betekenen voor andere mensen. Dat geeft mij inderdaad telkens een goed gevoel! Zij geven dus minstens evenveel aan mij als ik aan hen!