woensdag 12 februari 2014

Rechtvaardigheid

SANDEL, M., Rechtvaardigheid. Wat is de juiste keuze? (Vert. Justice; What is the right thing to do?, 2009) Uitg. Ten Have, 2012 (5e dr.), 349 pp. – ISBN 978 90 259 0182 0

Telde u als kind ook angstvallig terwijl de soepballetjes verdeeld werden of de taart in stukken gesneden? De behoefte aan rechtvaardigheid zit heel diep. Een oneerlijke behandeling roept teleurstelling en verontwaardiging op. Ze is de achtergrond van talloze familievetes en alle revoluties en opstanden vloeien voort uit onrecht.

In iedere samenleving worden inkomen en rijkdom, rechten en plichten, macht en mogelijkheden, ambten en eerbetoon verdeeld. Een rechtvaardige samenleving verdeelt deze zaken op de juiste manier. Ze geeft elk individu wat hem of haar toekomt. Het lijkt zo vanzelfsprekend.

Dat is het echter niet als we ons afvragen wat ieder mens toekomt en waarom. In democratische samenlevingen wemelt het van de meningsverschillen over rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid. In dit magistrale boek maakt Michael Sandel een kritische analyse van drie verschillende visies op rechtvaardigheid. Elke visie heeft een ander ideaal voor ogen.

De eerste visie, het utilitarisme, stelt dat de rechtvaardigheid van een maatregel of handeling afhangt van de uitkomst. Rechtvaardig is waar de samenleving als geheel beter van wordt. Het liberalisme daarentegen verbindt rechtvaardigheid aan vrijheid. Rechtvaardig is wat iemands vrijheid niet beknot. Iemand gebruiken of te dwingen in dienst van een collectief goed is onrechtvaardig.

Op het eerste gezicht valt voor beide zienswijzen iets te zeggen. Sandel toont echter haarscherp aan hoe beide opvattingen kunnen leiden tot moreel verwerpelijke toestanden. Mensen gebruiken als instrumenten voor het collectieve geluk is in strijd met de menselijke waardigheid. Ook in de uiterste consequenties van het neoliberalisme en het vrije marktdenken wordt deze met voeten getreden.

Dat de menselijke waardigheid een doorslaggevende morele maatstaf is geworden hebben we te danken aan Immanuel Kant. Hij ontwikkelde een van de meest overtuigende en invloedrijke theorieën over moraal ooit. Het morele gehalte van een handeling wordt niet bepaald door de consequenties en ook niet door de mate van vrijheid, maar door de intentie van waaruit de handeling is verricht. Een handeling is moreel juist wanneer ze ingegeven wordt door respect voor de persoon.

De morele plichtenleer van Kant vormt de inspiratie voor het moderne denken over universele mensenrechten. De politieke implicaties van zijn visie zijn door John Rawls in een indrukwekkende theorie van rechtvaardigheid gegoten. Als we willen weten wat rechtvaardig is, dan moeten we ons verplaatsen in een beginsituatie waar toevallige factoren als afkomst en talenten geen rol spelen. De theorie van Rawls is een overtuigend pleidooi voor een meer gelijke samenleving.

De filosofische theorieën van Kant en Rawls gaan uit van een neutrale basis voor rechtvaardigheid en rechten. Maar is het ideaal van het onbelaste en vrij kiezende individu wel realistisch? Er zijn immers tal van situaties waarin men moeilijk kan volhouden dat mensen alleen verantwoordelijk zijn voor wat ze zelf gekozen hebben. Hoe moet het bijvoorbeeld met loyaliteit en solidariteit met de gemeenschap?

Discussies over rechtvaardigheid gaan onvermijdelijk ook over wat mensen waardevol vinden in het leven. Dan komen we vanzelf terecht bij de derde visie op rechtvaardigheid, deze van Aristoteles. Rechtvaardig is wanneer aan mensen gegeven wordt wat ze verdienen. Iedereen behoort te krijgen wat hem/haar toekomt op basis van deugdzaamheid en verdienste.

Rechtvaardigheid op basis van een opvatting van een goede en juiste manier van leven is echter een heikel ideaal. Cultureel en religieus conservatisme gebruiken deze immers als rechtvaardiging voor repressie en onderdrukking van andersdenkenden. Want wat verdienen mensen en hoe bepaal je dat? Is het wel mogelijk om het in het openbaar oneens te zijn over het goede zonder tot godsdienstoorlogen te vervallen?

Michael Sandel meent van wel. Hij pleit voor een politiek van morele betrokkenheid, die gericht is op het algemeen belang en waarbinnen toch voldoende ruimte gelaten wordt aan de menselijke vrijheid. Als burgers met elkaar in discussie gaan over hun meningsverschillen in de plaats van ze uit de weg te gaan zullen ze elkaars opvattingen beter leren kennen. Dat kan een stevige grondslag zijn voor wederzijds respect.

Het is verleidelijk om op zoek te gaan naar een principe of procedure waarmee eens en voor altijd een rechtvaardige verdeling van inkomen, macht en kansen kan worden afgeleid. Michael Sandel toont op overtuigende wijze aan dat dit niet mogelijk is. Er bestaat geen recept voor een rechtvaardige samenleving. Er is nooit een garantie op eensgezindheid over wat belangrijk is.

Met Rechtvaardigheid hebt u een bijzonder boeiend boek in handen. U maakt kennis met verschillende morele dilemma’s en leert hoe filosofische argumentatie zich ontwikkelt. U krijgt een zeer verhelderende uiteenzetting van de meest invloedrijke ideeën over rechtvaardigheid. U krijgt geen sluitend antwoord op de vraag wat juist is. Maar u wordt uitgenodigd om uw eigen morele en politieke overtuigingen over rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid aan een kritisch onderzoek te onderwerpen.

Het is bovendien een zeer toegankelijk werk. Ieder hoofdstuk begint met een samenvatting van voorheen besproken benaderingen en de tekortkomingen ervan. Met behulp van treffende voorbeelden worden abstracte stellingen en theorieën goed verteerbaar gemaakt. En omdat de auteur een begenadigd schrijver is laat de tekst zich vlot lezen.

© Minervaria

Geen opmerkingen: